De woningnood is hoog en dat blijft voorlopig zo. De politiek roept steeds luider om meer woningen. Corporaties willen wel graag bouwen, maar lopen tegen muren aan. Ze worden beknot door complexe regelgeving of missen de financiële slagkracht vanwege de extra belasting op hun vermogen. Ook de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad komt slechts mondjesmaat op gang. Al met al genoeg uitdagingen.
Sommige zaken hebben corporaties niet zelf in de hand, zoals de uitgifte van nieuwe percelen door de gemeente of veranderende wetgeving. Daarom is het zinvol te kijken naar zaken waar zij wél invloed op kunnen uitoefenen. Dat geldt zeker voor het eigen ontwikkelproces. In de praktijk hebben veel nieuwbouwprojecten een ‘interne doorlooptijd’ van 4 tot 6 jaar. En ook bij verduurzaming gaat het vaak om trajecten die enkele jaren duren. Voor deze productiedoelen is versnellen van het ontwikkelproces een adequate oplossing.
Maar hoe doe je dat: versnellen? Hoe doet een sporter dat? Door zijn armen los te gooien en zijn lichaam zo naar voren te slingeren. Hoe doet een bedrijf dat? Door delen van het proces uit te besteden aan experts. Om hun vastgoeddoelen te behalen ontkomen corporaties niet aan versnellen. Dat begint met loslaten en situationeel, volgens hun eisen en kaders, marktpartijen te benaderen en aan het werk te zetten. Versnellen door te regisseren bij verduurzamen en ontwikkeling helpt de woningnood te lenigen, op voorwaarde dat de kwaliteit gewaarborgd is. Durft uw organisatie het aan kritisch naar het eigen ontwikkelproces te kijken?